door Betty Koppelman
Het is knap fris als ik op zondagochtend 4 mei 2025 om kwart voor 8 in de auto zit op weg naar de Stripmarkt in Gouda, maar gelukkig had ik bijtijds het advies gekregen me warm aan te kleden. Het is wel heerlijk rustig rijden, om deze tijd. Achterin mijn auto staan de spullen voor op de stand, ook heb ik nog een paar eigen beeldjes bij me om te verkopen. Ik mag mijn auto op de Markt zelf parkeren, maar in de parkeergarage lijkt mij toch rustiger. Daar is ruimte genoeg. Ik til mijn spullen uit de auto, maar het gewicht valt me vies tegen. Ik vind dat ik niet flauw moet doen, en zoek de uitgang van de garage. Omdat ik die niet heel snel kan vinden, besluit ik mezelf geen geweld aan te doen en zet de zwaarste dingen gauw terug in de auto. Met wat licht spul en de navigatie in mijn hand loop ik naar de Markt. Het is even zoeken naar Ton, die ook voor het Hergé Genootschap ruimte geregeld heeft. Van hem leen ik een steekkar en ga de rest ophalen. Ik richt de stand in. De banner moeten we goed vastzetten, want die neigt steeds om te waaien. Intussen heb ik Eric Heuvel al aan een tafeltje zien zitten, en niet helemaal toevallig heb ik nog een tekening van hem bij me die ik laatst in Deventer al had willen laten signeren, maar door de wachttijden toen kwam het daar niet van. Nu op dit vroege uur zit hij helemaal alleen en zie ik mijn kans schoon. Terug bij de kraam arriveert ook Louis. Hij komt weer helemaal uit Limburg en gaat meteen een bestelling ophalen. Ook Jan Aarnout komt onze kant op. Hij heeft wat eigen boeken bij zich die hij uitstalt en zijn 1-april-theezakjes vallen lekker op. Hijzelf blijkt een prima marktkoopman te zijn.

Hier met de kraam in de open lucht, valt de ijzige wind niet mee. U ziet hoe grondig de banner klem gezet is, onder een wiel van Tons bus en achter de steekwagen. Dat u niet denkt dat Hergé achter de tralies zit. Af en toe regent het een beetje en heel soms hebben we waarachtig een klein beetje zon.

Helaas, langer dan twee minuten duurt deze vreugde niet. Ton heeft de haai weer bij zich, die zo fijn de aandacht naar het HG toetrekt. Geroutineerd haal ik hem uit zijn verpakking en het is een blij weerzien. Ik geef hem een mooie plek tussen de Duizend Bommen! en de folders en hij kan zich weer verheugen in veel aandacht van voorbijgangers.

Regelmatig wordt er geïnformeerd naar zijn prijs, waarbij ook steeds het bedrag dat Ton van míj voor de haai zou willen hebben, door mijn hoofd speelt. Ik kreeg dat in Deventer ingefluisterd en het verschilt wel aardig met wat de haai hier op de markt moet kosten. Toch blijft het veel geld en ik ben er nog niet uit, maar er is tijd: hij zal toch niet 1-2-3 weg zijn. Ik broed nog steeds op de mogelijkheid dat ons Genootschap hem gaat aanschaffen voor promotiedoeleinden en hij de resterende tijd bij mij een warm en welkom onderkomen vindt.

Er wordt volop gezocht in de bakken met Kuifjeboeken van Ton en dan komt Nico Stalenburg voorbij, die ik in Deventer al ontmoette. Nu is Jan Aarnout ook hier, met wie hij destijds de catalogus “Achterstevoren” schreef, wat ongeveer het begin was van het HG.

Ik portretteer beide heren en de meneer die naast hen tussen de boeken staat te zoeken, blijkt uit ons gesprek afgeleid te hebben wie ik ben, en ineens complimenteert hij mij met mijn stukjes op de website! Dat vind ik natuurlijk heel erg fijn om te horen! Hij is lid van het HG en noemt vlot zijn lidnummer, maar ik geloof hem zo ook wel. Hij zegt de site tegenwoordig veel leuker te vinden. Er volgt een levendig gesprek; dit is een verrassende ontmoeting.
Wat later komt ook Frank aan en weer blijkt: er is altijd genoeg om over te praten.

Ook Meine Ludema, die zich aangeboden had om de kraam een poosje te bemannen, meldt zich met twee zoontjes. Zijn oudste zoon, die altijd meekomt naar de ledendagen, ordent aandachtig de spullen op onze tafel, legt alles zorgzaam neer en ziet erop toe dat belangstellenden een folder meenemen. Als beloning voor zijn goede zorgen geef ik hem, als ze naar huis gaan, een van mijn beeldjes mee.

Dan ervaar ik enige reuring rond de kraam. Men fluistert iets rond en kijkt naar mij. Wat is het geval? De haai is verkocht! De mensen om me heen leven met me mee, als ik “mijn” haai liefdevol inpak voor de koper. Troostend zegt iemand dat Ton vast wel aan een andere haai kan komen. Ik laat de argeloze koper professioneel het certificaat zien en doe of ik een goede verliezer ben. Daarna verdwijnt de haai uit mijn zicht en van de Goudse markt. Het is wel erg leeg geworden op onze tafel. Als hierna nog de twee flessen Gouds Stripbier die ik mezelf cadeau gedaan had, tegen de grond kletteren, (gelukkig zijn ze nog heel!) vind ik het welletjes en ga ik de boel inpakken voor er nog meer ongelukken gebeuren.

Louis vraagt rond of we aansluitend samen zullen gaan eten. Ton is nog druk met het inpakken van zijn spullen. Jan Aarnout wordt thuis verwacht, maar Frank is wel te porren voor een gezamenlijke maaltijd. We stapelen de spullen op het karretje van Jan Aarnout, en Louis en ik lopen met hem mee naar de parkeergarage. We brengen hem thuis en rijden dan door naar het afgesproken restaurant waar Frank en later Ton met de zijnen ook heen komen.

We eten gezellig met negen mensen en bijtijds rijden we weer weg. Ik ben op deze 4e mei keurig voor acht uur thuis.
Maar hiermee is de kous niet af. In de boekenbakken van Ton troffen we namelijk vandaag twee op het eerste gezicht dezelfde boeken van Har Brok, Kuifoloog avant la lettre, maar met verschillende schutbladen. En, interessant: voor verschillende prijzen.

Er ontspint zich in de appgroep een zeer levendige discussie over het verschil tussen de exemplaren met de blauwe en de zwarte schutbladen en de zeldzaamheid ervan. Iedereen gaat zijn / haar exemplaar bekijken. Een tijdje is de stand in ons groepje half om half, evenveel zwart als blauw.

Er lijkt zelfs een Kraakvis aan gewijd te gaan worden en in ieder geval één lid van onze appgroep haakt bijna gillend af. Dan trekt iemand de conclusie dat de boeken met de zwarte schutbladen genummerd zijn of in ieder geval een mogelijkheid daartoe hebben en de blauwe niet.

Een onzer heeft een boek zonder nummering, maar wel gesigneerd door Har Brok zelf!!

Hier en daar lijkt gerommeld te zijn met de nummering. En ik heb natuurlijk een gewone blauwe zonder nummermogelijkheid, waar nota bene de vorige bezitter dwars door een plaatje van Kuifje haar naam en adres heeft zitten schrijven. Ik ben dus meteen uit de markt geprijsd, hoewel mijn boek hierdoor eigenlijk wel uniek is.

Dan komt Peter ineens met groene schutbladen. Dat is wel heel bijzonder, maar lijkt deze foto niet verdacht veel op die hierboven met de zwarte schutbladen?…

Een paar dagen later beweert hij zelfs een roze te bezitten, maar je kunt ook te ver gaan. Het gaat allemaal nergens over, maar de discussie is levendig. Bij een deel van deze appgroep dan, want met kunst en vliegwerk hebben we de gillende afhaker gelukkig nog net aan boord weten te houden. We mogen alleen in zijn aanwezigheid het woord ”schutbladen” de komende jaren niet meer gebruiken. Dan moet hij zich ook maar verre houden van de Kraakvis die intussen over dit onderwerp verschenen is. Wordt vervolgd, vrees ik.
Afbeeldingen © 2025 Betty Koppelman en Louis Versteeg
2 commentaren
Wat een heeelijke verhalen en wat goed dat HG weer volop op beurzen te zien is. Met of zonder haai. Alleen om die reden zou Mark Rutten al lid moeten worden van HG.
Ik heb vorig jaar afscheid moeten nemen van een groot deel van mijn collectie en heb in ruil daarvoor enkele
mooie objecten terug gekocht zoals de Loch Lomond Wagon. En de blauwe en groene 1/12 auto’s en ik heb de serie Musee Imaginair compleet. Dat is het nu. Ik krijg geen toestemming meer om nog meer aan te houden. Gelukkig maakt Ton veel mensen blij met net dat ene object wat ze nog zochten en wat uit mijn collectie komt. Inclusief de HG gadget Whiskey die voor astronomische bedragen van hand tot hand gaat !!! Wat een flesje met een stikker al niet kan doen
Dank voor je reactie, Alex! Ik heb ook enkele dingen van jouw collectie mogen overnemen. Leuk dat je zondag komt! Tot dan.
Comments are closed.