door Betty Koppelman
Ton houdt nauwkeurig de openingstijd in de gaten van de expositie waar deze hele trip om begonnen was. Zo weet hij ook precies wanneer het café open gaat waar Hergé graag kwam, en waar de meesten van ons met deze barre temperaturen langzamerhand ook wel èrg graag een flink glas van het een of ander willen gebruiken.

Het heet hier: “Het goudblommeke in papier”, en men is net aan het openen. Wij zijn vandaag de eerste gasten en kijken onze ogen uit. Hier is duidelijk niets veranderd sinds Hergé hier kwam. Wij schatten wanneer er hier voor het laatst behangen is. Nou, dat is een mooi poosje geleden. Aan het plafond hangt een heel stuk naar beneden, het wittige stuk op de foto hieronder.


De wanden zijn bruin van de nicotinedampen, waaraan Hergé ongetwijfeld zijn steentje heeft bijgedragen; we kunnen wel zeggen: zijn partijtje heeft meegeblazen. Ook de foto waarop hij aan de bar een biertje drinkt, hangt er nog.

Hans stelt voor om mij op dezelfde plaats in ongeveer dezelfde positie te vereeuwigen. Dat is een leuk idee! Bier heb ik nog niet, maar er staat wel een leeg glas dat kan figureren. Dit allemaal in het kader van “beeldrijm”.

Hergé was duidelijk langer dan ik, of zijn fotograaf lag meer op zijn knieën dan Hans voor mij gedaan heeft, maar ik heb hem dat eerlijk gezegd ook niet gevraagd.
Nu we dan toch zo leuk met beeldrijm bezig zijn: de jas van Hergé (precies zo een als Blake draagt!) hangt open alsof hij zijn voet op een verhoging heeft, of misschien zit hij hier wel op een hoge barkruk. Zijn jas valt wel net zo open als die van Blake op de stripmuur.

Ton vertelt dat hier in het achterzaaltje ooit een HG-bijeenkomst was, iets met zo’n 17 leden die een zeer gelimiteerde gadget kregen. Het was de lancering van de uitgave van Juwelen in het Marols, als hij zich goed herinnert. Ook vertelt hij dat er bij gelegenheid van een ander bezoek aan Brussel, een bus tour was, in een gehuurde bus waar met grote letters “TON MACKAAIJ” op stond. Een beetje een vergissing bij het reserveren. Vandaag is hij hier incognito, met een anoniem zwart VW-busje.
Intussen zijn onze glazen gevuld.


(hun nieuwe T-shirts)

Hans grijpt zijn kans om eindelijk met wijzende vinger op de foto te komen. Ik probeer het nog te verijdelen, maar ben te laat.
Na deze prettige tussenstop lopen we uiteindelijk naar galerie Champaka, voor Kwik en Flupke. Ook hier gaat net de deur voor ons open.

Het is klein, maar dat wisten we al; dat had Frank ons van te voren wel ingepeperd. Hij meende zelfs dat het te klein zou zijn voor een airco, maar dat valt alles mee, het is hier heerlijk. Ook informeert hij nog even of we er wel allemaal tegelijk inpassen.

Er zijn zelfs twee verdiepingen. Boven hangen covers van Le Petit Vingtième, hier beneden de originele strips. Ton staat te kijken naar de poster die speciaal voor deze tentoonstelling gemaakt is, en hij vraagt ernaar. Het antwoord is dat deze galerie speciaal toestemming gekregen heeft voor het maken van een poster, maar na afloop van deze tentoonstelling, morgen dus, moet de poster met alles wat hier ten toon gesteld is, terug naar Moulinsart/ TI. Helaas, hij is dus niet te koop.

Ik vind het heel bijzonder om hier voor de originele, met Oost-Indische inkt getekende prenten te staan. Ze zijn vrij groot, met hier en daar witte plekken, zoals we die ook zagen in Centre Pompidou, vorig jaar. Daar hing ook niet veel van Hergé, maar daar was wel meer potloodgekriebel bij de afbeeldingen te zien dan hier. Deze lijken klaar voor de drukker. Er is een plaat, die waar de agent met Flupke zit te knikkeren en Kwik toekijkt, de cover van deel 5 van “Gamins”, daar is op een lege plek in de afbeelding een klein potloodschetsje van het tafereel te zien. De hand van de meester. De scene waar de hand van de meester het verboden-te-parkerenbord op dringend verzoek van Flupke uitgumt, hangt hier trouwens ook.
Op een of andere manier komt wat er hier hangt, echt anders op me over dan wanneer ik de strips in de gekleurde boeken bekijk. De afbeeldingen zijn hier groter, zwart -wit weliswaar, maar bijvoorbeeld de strip waar Flupke de radio aanzet en muziek wil luisteren waar hij niet rustiger van wordt maar op het laatste plaatje als een wildeman over straat rent, vind ik hier veel leuker dan in het boek. Deze ervaring heb ik met de meeste platen. Ik heb dus iets meer tijd nodig dan de mannen in mijn gezelschap, maar ze zitten hier lekker en koel. We hebben de galerie voor onszelf.

Hierna doen we nog een enkele stripmuur en strijken dan op een terras neer waar we wat eten en drinken, voordat we de thuisreis aanvaarden. Behalve dat het een hele toer is om op deze vrijdagmiddag de stad uit te komen, kijken we met erg veel plezier terug op dit etmaal Brussel, dat Ton zo prettig voor ons georganiseerd heeft. Het was heel leuk in de Marollen, in de nabijheid van Hergé en de ketjes Kwik en Flupke.

Als u nu niet mee kon: Ton organiseert op zaterdag 23 augustus weer een wandeling door Brussel, met ook allerlei andere bezienswaardigheden, en we gaan dan zondag 24 augustus naar het Hergé Museum in Louvain-la-Neuve.
Ook willen we weer fietsen in Brussel: op zaterdag 13 september rijden we bij voldoende aanmeldingen langs plekken die Kuifje- en Hergé-gerelateerd zijn. Dit zal dan georganiseerd worden door Jan Aarnout Boer.
Voor de volledigheid noem ik nog even de reis naar Zwitserland van 6-10 oktober, waar we gaan kijken waar Kuifje en zijn vrienden in De zaak Zonnebloem allemaal geweest zijn. Op de terugweg zullen we in het automuseum in Mulhouse de tentoonstelling bezoeken van de auto’s uit de Kuifje-avonturen, waarvan we de catalogus hier alvast gekocht hebben.
Ga gezellig met ons mee!
Foto’s van Betty, Ton en Hans

2 commentaren
Sapristie ; ‘t GEWELDIG , wat een fijne omschrijving van een bijzondere ontmoeting van de brusselse ‘ketjes’ Quick & Flupke ‼️
Dank je wel voor de mooie foto’s van de tentoonstelling…
Dank je wel en heel graag gedaan!
Comments are closed.