door Louis Versteeg
Oké, ik ben normaal niet zo’n schrijver. Ik vind het altijd moeilijk om inspiratie te vinden en daar dan ook nog boeiend over te schrijven. Want dat wil iedereen dan wel denk ik, als je dan wat schrijft hoop je dat de lezer aandachtig volgt.
Binnen onze vereniging bestaan er nogal wat WhatsAppgroepen en -groepjes. In eerste instantie geboren vanwege het gemakkelijke communiceren tussen bepaalde leden, zoals bestuursleden en jubileumcommissieleden. Sinds ons jubileumjaar is het aantal groepjes nogal toegenomen en ook de grootte van de groepjes. Voor iedere activiteit wordt er eigenlijk telkens een groep aangemaakt met daarin alle deelnemers. So far so good.

Sinds dit jaar bestaat er ook een wat grotere groep, genaamd “Activiteiten HG 2025”. De naam zegt al iets, maar laat u niet misleiden: als ik iemand introduceer binnen deze groep dan waarschuw ik altijd dat men zich moet voorbereiden op een hoop boeiende informatie, met name over activiteiten, maar ook op een hoop oeverloos gewauwel!

Zo is er al tijden een running gag over de kleur van schutbladen (blauw, zwart, groen, …). Waarschijnlijk zullen oplettende lezers nu een déjà-vu-effect ondervinden, en dat klopt. Een zekere oud-voorzitter heeft via zijn eigen krakende communicatiekanalen hier ook al aandacht aan besteed. Met de aanhef “Binnen de hoogste regionen van het Hergé Genootschap is een discussie losgebarsten over een vraag naar de schutbladen van het boek ‘Kuifje, van leerlingjournalist tot wereldberoemd reporter’ ’van Har Brok (uit 1979)” (DKK 263). Nou, dat van die hogere regionen valt wel mee, het gespreksonderwerp is gewoon onder normale Kuifje- en Hergéliefhebbers op een stripbeurs in Gouda geboren en toen eindeloos besproken in de genoemde WhatsAppgroep. Voor sommigen zo hinderlijk en stuurloos dat zij het al over het verboden S-woord hadden en dreigden de groep te verlaten als dit echt het enige onderwerp zou blijven. Voor anderen weer een bron van plezier.

Een lange intro, ik weet het, maar noodzakelijk. Inmiddels is in dezelfde groep een groeiende aandacht ontstaan voor de boekenkast die in het Hergé-museum staat en waarvan gesuggereerd wordt dat er boeken en LP’s in staan die uit het privébezit van Hergé komen. Deze laatste stelling is al eens schriftelijk bevestigd door het museum.
Er zijn leden die de echtheid van deze stelling in twijfel trekken, om verschillende redenen. Bijvoorbeeld het feit dat er wel erg weinig “echte” boeken in staan, het grootste deel zijn dummy’s die in een gemiddelde IKEA-verkoopopstelling niet zouden misstaan. Ik ben geneigd het met deze twijfel eens te zijn. Een van de weinige boeken die ik ervan verdenk echt gelezen te zijn door Hergé is een boek van een zekere C. G. Jung. Ook de zes boeken met de duidelijke titel “Larousse du XXe Siecle” zullen wel echt zijn. Van dit encyclopedisch naslagwerk en woordenboek zijn inderdaad zes delen verschenen en in de WhatsAppgroep heeft Jan Aarnout bevestigd dat dit standaardwerk bij Hergé in de boekenkast stond en dat hij hieruit veel tekeningen heeft overgenomen in Kuifje-avonturen. De boeken in de boekenkast echt goed controleren is onmogelijk, zij kunnen niet uit de kast gehaald worden; een glasplaat verhindert dit. Wel kan er bedacht worden, en in de WhatsAppgroep is daar ook over gefilosofeerd, dat er veel boeken van Hergé nog bij Fanny thuis staan. En misschien later, bij het overlijden van Fanny, overgebracht worden naar de boekenkast in het museum waarmee deze steeds waarheidsgetrouwer zou worden. Terecht wordt er ook opgemerkt dat het jammer genoeg waarschijnlijk onmogelijk is om Fanny daarover te interviewen, gebaseerd op de berichten over haar geestelijk welzijn.

Het blijkbaar ontbreken van echte boeken is op een bepaalde wijze interessant, de aanwezigheid van een redelijke hoeveelheid LP-hoezen in de boekenkast is ook interessant te noemen.. Hiervan is heel duidelijk zichtbaar dat deze wel echt zijn en toen we vorig jaar in het Hergé museum waren, viel ons ook al op dat hier nogal wat opvallende exemplaren tussen staan. Nu dit ook weer naar voren kwam in de WhatsAppgroep leek het mij leuk eens uit te zoeken welke LP’s er nou allemaal in staan en of dit wel een goed beeld geeft van Hergé, van zijn muziekinteresse.
We duiken de boekenkast in en beginnen zeer westers linksboven, op de tweede plank, op de eerste plank staan geen LP’s.

Naast het boek van de reeds genoemde heer Jung staat een LP die op de beschikbare foto’s (voor mij) niet te herkennen is. Als u mij ook niet kan helpen moet ik in augustus dus maar even goed kijken. Voor nu gok ik op een werk van Little Richard. Aangezien ik de tekst “Walk on By” (blauwe letters) wel kan lezen ben ik ook geneigd om te denken dat het een verzamel-LP is, want dit lied werd gezongen door Isaac Hayes, een andere gekleurde Amerikaanse zanger.

De volgende LP is “Big Blue Grass Special” van Bill Box & The Dixie Drifters, uitgekomen in 1978. Weinig informatie over te vinden. Bluegrass komt hieronder weer naar voren bij The Kentucky Colonels.

Daarnaast : Dark Side of the Moon van Pink Floyd uit 1973. Hier schrijf ik niet te veel over, deze groep en dit album hebben zichzelf bewezen.

Vervolgens weer bluegrass: “Livin’ In The Past” van The Kentucky Colonels uit 1975. Bluegrass is (volgens internet) Amerikaanse folkmuziek met een jazzinvloeden waarbij de banjo en harmonieuze samenzang twee belangrijke elementen vormen.
En hiermee eindigen we op plank 2 en gaan we een plank lager, nummer 3.

Helemaal links zien we “Hello Dolly” van Louis Armstrong. Deze versie is uit 1964.

Half voor de vorige LP staat “Facing you” van Keith Jarett, uitgegeven in 1972. Een gelauwerd jazzpianist die door zijn pianostudie (klassiek) ook niet onfortuinlijk is op het gebied van opnamen van klassieke werken.

Als we een eind doorschuiven op de plank, langs de platenspeler, komen we “The Wall” van Pink Floyd uit 1979 tegen. Het is echter alleen de voorzijde van de binnenhoes van plaat 1 plus de lp, geen albumhoes. Dit album komt verderop nog een keer aan de orde.

Naast deze binnenhoes staan in een felverlichte vitrine minimaal 2 LP’s. Na lang puzzelen zag ik dat er in ieder geval een tweede LP van Keith Jarett, staat. Alleen, ook hier, op de beschikbare foto’s is (voor mij) niet te herkennen welk album het is.

In hetzelfde kastje staat een LP waar ik minder moeite mee had omdat dit een van mijn eerste LP’s is die ikzelf kocht toen ik ongeveer 13 jaar was: “Bob Dylan” van Bob Dylan, alweer uit 1962. Het wereldberoemde debuutalbum van deze toen nog erg jonge zanger (20 jaar).

Vervolgens weer een raadsel dat in augustus opgelost moet worden: er staat een albumhoes waarvan ik vermoed dat het de achterkant van een verzamel-LP is. Vier Kolommen, dus waarschijnlijk twee LP’s. Maar ook weer te onduidelijk om er iets van te kunnen maken.

Daarnaast duidelijkheid alom: “Prophets, Seers & Sages, The Angels of the Ages” van Tyrannosaurus Rex uit 1968. Dit is het latere T. Rex, maar nu nog met volledige naam..

Dan een half beeld van een hoes, een LP van Ella Fitgerald & Louis Armstrong. Helaas is de albumtitel niet te lezen en op internet ook niet terug te vinden. Dus ook het jaar van uitgifte niet. Ik verwacht dat dit zelfs in augustus niet op te lossen is en dat het wel een mysterie zal blijven. Tenzij iemand de hoes herkent.

De boosdoener van dit mysterie is de volgende LP, “The golden records” van Harry Belafonte uit 1976, die ons het zicht op de vorige hoes ontneemt.
Op naar de laatste plank, nummer 4. Met de meeste albums. Of toch niet?

Helemaal links een klassieker: “Let it be” van de Beatles. Uitgebracht in 1970 bleek dit later hun laatste album te zijn geweest. Zelf hadden ze al niet veel interesse meer in het uitbrengen van muziek als groep.

Naast deze klassieker de tweede mij volkomen onbekende albumhoes. Ik kan niet herkennen wie op deze cover op dat bankje zit en de tekst is ook niet te ontcijferen. Ik denk zelf aan Michael Jackson, maar ik kan van deze gigant geen enkele hoes vinden die op deze lijkt. Herkent u de afbeelding wel?

De volgende LP hadden we al eerder gezien, “The Wall” van Pink Floyd uit 1979. Blijkbaar staat hier de iconische albumhoes waar de bovengenoemde binnenhoes uit komt..

Dan weer een mooi voorbeeld van gekleurd Amerikaans zangtalent: “Never Can Say Goodbye” het debuutalbum van Gloria Gaynor uit 1975. Tijdens de hoogtijdagen van de discomuziek legde de gelijknamige single van dit album haar geen windeieren. Net zoals eerder bij The Jackson 5 (originele uitgave) en later bij The Communards.

Naast haar zien we “Ummagumma” van Pink Floyd uit 1969. Maar ook hier wordt ons een beetje zand in de ogen gestrooid want het betreft hier de achterkant van de cover.

Direct ernaast zien we de voorzijde van de albumcover, dus het ziet ernaar uit dat dit album opengeklapt in de kast staat.

We blijven nog even bij Pink Floyd: “Atom heart mother” uit 1970. Op de cover een koe van een Hollands ras met de naam Lulubelle III.

Maar het kan nog Hollandser en vreemder: ernaast staat “Stars On 45 Proudly Presents The Star Sisters, Tonight 20.00 Hrs” een volwaardige LP van The Star Sisters, uitgebracht in 1983! Een oer-Hollands triootje bestaande uit Patricia Paay, Yvonne Keeley en Sylvana van Veen. Deze laatste nam de plaats in van Alice Paay, de moeder van Patricia Paay en Yvonne Keeley, toen de groep succesvoller werd.

Naast dit illustere trio vinden we vervolgens “Babylon by bus” van Bob Marley & The Wailers, uitgegeven in 1978.

De lijst wordt afgesloten door een vaak voorkomende groep, Pink Floyd nu met “Animals” uit 1977.
En wat weten we nu? Wat kunnen we concluderen? Ik vind de boekenkast in het museum leuk, maar ik mis toch een hoop. Boeken. Maar dat was al door meerdere mensen gedacht en hierboven beschreven.
Maar ook de muziek komt op mij verre van compleet over. Ondanks dat er best wel verschillende soorten muziek staan, mis ik b.v. de klassieke muziek. Er wordt gefluisterd dat hij niet van opera hield, maar dan ook helemaal niet van klassieke muziek?
En wat dacht u bijvoorbeeld van de leeftijd van de LP’s? De oudste is van 1962 (Bob Dylan), voor de rest zijn er dan nog maar vier uit de zestiger jaren en de rest is allemaal jonger. Zijn er helemaal geen LP’s van voor 1960? Het is niet echt een uitvinding van de jaren zestig, zelfs de huidige 33-toeren LP is eind veertiger jaren al in omloop gekomen.
Wat zien we wel? Best wel veel gekleurde (Amerikaanse) artiesten valt mij op. Maar ook Bluegrass. De connectie tussen Jazz en Country voor Hergé? Gewone maar ook experimentele jazz via de albums van Keith Jarett. En als kind van de sixties ben ik heel erg verheugd met veel werk uit de zestiger en zeventiger jaren. Hoewel ik wel moeite heb met de enorme hoeveelheid Pink Floyd, vooral als dat bekeken wordt tegen de leeftijd van Hergé. In het jaar van “Ummagumma” was hij al 62! Als hij dus echt zoveel van deze moderne muziek hield dan was het wel een heel modern vooruitstrevend baasje. Het kan natuurlijk. Maar je zou het eerder van Fanny verwachten. En dan nog. Mijn vader is van 1937, maar die die heeft die hele zestiger- en zeventigerjarentrein toch volledig gemist.

In de WhatsAppgroep is er verwezen naar een kattenbelletje dat Andy Warhol geschreven heeft naar aanleiding van een ontmoeting met Hergé. En eigenlijk komt Hergé er niet zo goed vanaf in deze notitie. Zo schrijft Warhol onder meer dat Hergé helemaal niets wist van de moordaanslag de op Warhol plaats had gevonden. Voor een liefhebber van moderne kunst en moderne kunstenaars wel opvallend.
Ook valt de muzieksmaak van Hergé tegen. Velvet Underground, David Bowie, hij kende ze niet. Sterker nog, Warhol schrijft dat Hergé “Totally ignored music scene”! Ze hebben een paar nummers van Lou Reed geluisterd en volgens Warhol genoot Hergé er wel van. Het bestaan van deze notitie staat beschreven in onze “Wie is Wie in de wereld van Hergé”, Sapperloot nummer 10. De conclusie die daar in vermeld staat vind ik wat ver gaan: “uit dit kattenbelletje valt op te maken naar welke muziek Hergé luisteren omdat rond dit bezoek de eerste solo-LP van Lou Reed uit”. Ik denk dat hij tijdens dat bezoek naar wat nummers heeft zitten luisteren zonder dat hij Lou Reed al kende. Anders zou hij Velvet Underground ook gekend hebben, zeker als hij zo geïnteresseerd zou zijn in Warhol.
Het meest moeite heb ik nog wel met het album van ons Hollandse trio. De muzieksoort kan ik nog wel begrijpen, populaire muziek uit vooral de jaren tijdens en na de oorlog (The Andrews Sisters?). Maar de tijdlijn? Het album is in 1983 geproduceerd. En zoals we weten is Hergé al op 3 maart van dat jaar overleden. Hij heeft dus net twee maanden geleefd in 1983.
Conclusie(s)? Moeilijk denk ik, er is eigenlijk nog veel meer informatie nodig. Ik geloof wel dat dit uit het huis van Hergé afkomstig is. Maar of dit muziek is die Hergé luisterde? Ik weet het niet. Ook hier bekruipt mij weer het gevoel dat het meer de smaak van Fanny is. Ze was tenslotte 27 jaar jonger dan Hergé. Dus ik denk dat het ook geen goed beeld geeft van Hergé ’s muzikale interesses. Verre van dat volgens mij. Voor mij is de boekenkast een leuk onderdeel van een enorm interessant museum, maar het is niet het pronkstuk. En verder durf ik niet te gaan met mijn uitspraken. Ik zou het leuk vinden als iemand mij kon overtuigen van de nauwkeurigheid van de boekenkast.
U bent welkom als u ook aan deze roerige maar interessante WhatsAppgroep wil deelnemen.
Dit kan dat door uw voornaam, achternaam en telefoonnummer door te geven via e-mailadres
pr-events@hergegenootschap.nl

