Het Hergé Genootschap op het laatste Stripfestival in het Chassé Theater, 20 en 21 september 2025
door Frank van Schie
Als “vriend van het festival” en verknocht abonnee van de Eppo was ik in het bezit van een uitgebreide collectie toegangskaartjes en passe partouts. Dat ik die allemaal vergeten was mee te nemen op dag 2 kwam mij bijna nog duur te staan. De deurwachter was onverbiddelijk en de dame van de kassa moest er aan te pas komen om een vrije toegang te bewerkstelligen. Had dit laatste te maken met het onduidelijke hondenbeleid van het theater? Zij had er een bij zich gehad op zaterdag en ging pas overstag voor Snowy toen ik hem introduceerde als Bobbie, cosplayer. Zoiets schept een band. In ieder geval voor een weekend.

Waar kwam ik nu eigenlijk voor? Voor het festival zelve of de aanwezigheid van het Hergé Genootschap? Inzake deze schizofrenie had Thomas mij wellicht nadere duiding kunnen geven. Als psycholoog zal hij voor hetere vuren gestaan hebben dan de begeleiding van een dolende Kuifjeziel…

Enfin. Het HG op de beurs dus. En nogal prominent.

Als volleerd neringdoende weet Ton Mackaaij natuurlijk wat een ware traffic-generator is en had hij -overigens buitengewoon genereus- ruimte voor de HG-stand ter beschikking gesteld op het meest strategische punt. Direct in de loop, net voorbij de ingang en op de kop. Het alternatief, naast de Erotica, werd door Betty wijselijk afgewezen. Alles heeft z’n prijs, vanzelf. Knarsetandend moest worden toegestaan dat een ruim schap in de directe nabijheid geduld werd. Gevuld met de bij sommigen van jullie bekende pulpbeestjesverhaaltjes van ene D. Duck. “Een geklede eend zonder broek aan”, citeerde Louis een kennelijk medelid.

Maar eerst iets over het festival.
Na 15 jaar was dit de laatste editie. Organisatorische en financiële redenen noopten de altijd inspirerende directie hiertoe. Een afsluiting met een knal, zo was beloofd. Niemand minder dan de aartsrivaal van Kuifje, de relatieve nieuwlichter Asterix was dé drager van het event. Prima op zich, maar bij een wat ruimhartiger beleid en het hebben van -al is het maar het begin- een toekomstgerichte visie had dit natuurlijk ons aller idool zelve moeten zijn. Soit.
Verder vele standhouders, scenaristen, tekenaars en wat obscuurdere randfiguren. Een bont, maar heerlijk gezelschap. In de jacht op dedicaces stonden sommigen uren gedwee in de rij.

Ook notoire leden van het HG. Glimmend van trots toonden zij hun buit aan wie het maar wilde zien. Zelf lukte het mij een tekening van Alois Oosterwijk (Cor Morelli: Open Dossiers; Willem’s wereld) te bemachtigen, die onder meer de Klare Lijn als geen ander weet te hanteren. Kwestie van toeslaan als er even géén rij staat …



Met dochter Eline mocht ik als vriend ook aanschuiven bij de borrel. Wat mij betreft voor de “goody bag”. Voor haar lag dit anders. Enigszins teleurgesteld moest zij concluderen dat de snacks – die zij nog kende van vorige jaren- nagenoeg geheel ontbraken.

Als speciale gast van dienst fungeerde Liam Sharp. Een leerling van de weergaloze Don Lawrence. De laatste is bekend van “Storm” en -wat mij betreft- vooral Trigië. Van hem heb ik wèl origineel artwork in bezit (bijna nóg meer, door de gewaardeerde hulp van Jan Aarnout, maar dat terzijde). Stel me niet voor de keuze tussen Hergé en Don. Des te leuker dat we een prent van “Roodhaar” mochten ontvangen. Peter zal beamen dat het lijntje via Franka/Klare lijn naar Kuifje kort is.

Terug naar het Genootschap. Onder het bezielend oog van Betty, met duidelijk plezier bijgestaan door Thomas, Louis, Arjan, Wim en mijzelve, vonden velen hun weg naar fraaie folders, Duizend Bommen, gadgets en beeldjes die rijkelijk uitgestald waren.

Het vraagt wat overredingskracht maar met vereende krachten zijn we er daadwerkelijk in geslaagde meerdere nieuwe leden te werven. Op naar de duizend zeg ik, al zijn sommigen onder ons wat voorzichtiger -wellicht realistischer- hierin. Desalniettemin werd met 5 nieuwe leden “kaap” 500 bijna geslecht op zondag (nog slechts 2 nieuwe leden te gaan)!

In het kader van synergie en verbinding besloten we met enkele leden van het Stripschap te dineren. De vriendin van de zoon van Ton schoof ook aan. Eerst moest even vastgesteld worden hoe de verhoudingen lagen. Dat was gecompliceerd. Niet in de laatste plaats omdat -in wisselende samenstelling- ook Bommelaren van de Marten Toonderclub, sympathisanten van MoCa en Eppoleden substantiële minderheden vormden. Dat mocht de pret niet drukken en voorzichtig werden samenwerkingsmogelijkheden afgetast. De in stripkringen bepaald niet onbekende Meerten Welleman liet zich hierin niet onbetuigd. En de maaltijd: eenvoudig, doch voedzaam!
Tussen de bedrijven door zocht ik natuurlijk nog naar wat Klare Lijn werkjes. Deel 4 van Julius Chancer was ook nu weer niet te vinden in een van de vele honderden bananendozen.

Dat gold ook voor het toch bepaald niet zeldzame laatste Album (44) van Alex (voortzetting van de reeks van Jacques Martin, een van de tovenaarsleerlingen van Hergé). Veel oud, deels muf werk te vinden, maar nieuwe uitgaves van niet-aanwezige uitgeverijen: nada! Minstens twee stripwinkels, die voorheen acte de présence gaven, zijn gestopt. Een veeg teken: Ton kan niet àlles overnemen
Tot mijn verbazing kon ik de vertegenwoordiger van uitgeverij Silvester nog tippen dat er spoedig een nieuw deel van Allan Mac Bride (in het Frans) verschijnt. Bij een nieuwe uitgever, wist hij me dan weer te vertellen, maar hij zou er direct achteraan gaan om ook hier de Nederlandse vertaling te mogen publiceren.
Afsluitend rest mij te benoemen dat het een buitengewoon geslaagd weekend was. Het HG kwam goed over het voetlicht. Voldoende Kuifje-parafernalia aanwezig en voor de omnivoren onder ons nog veel meer te genieten. Niet in de laatste plaats van de genoeglijke onderlinge sfeer. Bij het scheiden van de markt kon ik het niet laten nog snel een fraai beeldje van Didi aan mijn collectie toe te voegen. En zijn woorden indachtig, sluit ik gaarne af met Lao Tse, die immers zei: “Men moet ondanks files en wegomleggingen de weg vinden naar Breda en vervolgens het hoofd verliezen in het zicht van de pijnlijke waarheid: aan al het moois komt een eind”. Of zoiets.

Foto’s van Frank, Louis en Betty
