Door Jacques Heemskerk, met dank aan Samy Herskowicz
Bovenstaand artikel staat in Le Soir van 18 augustus
In 1922, op 15-jarige leeftijd, maakte Hergé met behulp van sjablonen tekeningen van verschillende personages in actie, waaronder ridders en verkenners die aan het touwtrekken waren, op de muren van de Bonifatius-school in Elsene.
Van zijn tijd op de prestigieuze school zijn er nog enkele overblijfselen: een hoed, een schrift, tijdschriften gedrukt op de school, foto’s en dus genoemde fresco’s die ook wel iets weg hebben van de muurschilderingen van Lascaux.
Op Divame Linga valt te lezen dat ze in 2007 werden “herontdekt”. Verder zien we dat naast Hergé, ‘de geestelijke vader van Kuifje en Quick en Flupke’, in dit bericht over de geschiedenis van de school onder het kopje Beroemde studenten die het Instituut bezochten ook André Franquin ‘ontwerper, vader van Gaston en de Marsupilami’ en Philippe Goddin ‘hergéologue, specialist leven en werk van Hergé’ worden genoemd.
In een interessant artikel over de vondst van de tekeningen in het voormalige Scouts-lokaal, gepubliceerd door Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, valt te lezen dat Goddin (toonaangevend biograaf van Hergé), deze aan toen nog Georges Prosper Remi Remi heeft toegeschreven.
Dit werk, wat voor het grote publiek vrij onbekend is, verkeert zoals gezegd in slechte staat. Met Yves Rouyet zeg ik: ze verdienen het zeker om te worden hersteld.
Inmiddels blijkt ook Bruzz de nodige aandacht aan deze zaak te hebben besteed. Nogmaals dank Samy Herskowicz.